Dessèn is ontstaan vanuit een liefde voor het prachtige Anatolische aarde- en tegelwerk uit Iznik en Kütahya en de wens dit onder aandacht te brengen van een groter publiek. Het heeft een rijke geschiedenis, die teruggaat tot de Byzantijnse tijd, toen er in Iznik (destijds bekend onder de naam Nicaea) al keramiek werd geproduceerd met de klei die afkomstig was van de oevers van het Meer van Iznik.

 

De basis voor het Anatolische aardewerk werd gelegd door de Seldsjoeken. Uit Perzië importeerden zij een mozaïekachtig tegelwerk van sterren en achthoeken en dit gebruikten zij als voorbeeld bij hun pionierswerk. 

 

Vanaf de 14e eeuw had Iznik te maken met concurrentie van Chinees porselein. De keramiek productie in Iznik reageerde hierop door de Chinese motieven en kleuren (vooral wit en blauw) te kopiëren. Hieruit ontwikkelde zich in de 15e eeuw een geheel eigen stijl met doorlopende bloem-motieven, die nu Baba Nakkas wordt genoemd. Hiernaast kwamen aan het begin van de 16e eeuw Perzische kunstenaars naar Iznik, die hun invloed op de keramische industrie hadden. 

 

Halverwege de 16e eeuw worden naast wit en blauw ook turquoise, mauve en paars gebruikt. De motieven worden veelzijdiger, vanaf dan komen ook menselijke en dierlijke figuren voor. Favoriet blijven bloem-motieven. 

 

De keramische kunst bereikte haar hoogtepunt in de 16e en 17e eeuw. Vooral bekend zijn de Iznik-tegels, beschilderde tegels die veel Osmaanse gebouwen in Turkije sieren.

 

Een originele İznik-tegel uit de 16e eeuw kan meer dan € 100.000 waard zijn, als de waarde al in geld valt uit te drukken. Dit heeft ertoe geleid dat plunderaars veel Ottomaanse gebouwen van hun tegels hebben ontdaan. De Groene Moskee van Bursa is bijvoorbeeld (van buiten) nauwelijks groen meer te noemen, doordat in de loop van de 20e eeuw alle tegels die de moskee bekleedden zijn verdwenen.

 

De tegels werden op een witte ondergrond met een harde achterkant gemaakt. Het echte geheim is de moeilijk te produceren glaslaag, die bestaat uit een mengsel van klei, glas en tenminste 85 % quartz. Hierdoor krijgen de tegels hun bekende hardheid, en tonen zelfs na 600 jaar nauwelijks gebruikssporen.

 

Als je nu door Iznik en Kütahya wandelt, zie je overal het eeuwenoude aardewerk en de tegels terug.

Baba Nakkas vaas met wit-blauw bloemmotief, geïnspireerd op het Chinese aardewerk.

Borden met pauw- en tulpenmotief in het ceramiek museum in Kütahya

Groene Moskee in Bursa

Gevel van een huis in Kütahya

Minaret van een moskee in Iznik

Fontein in een tuin in Iznik